Zoek jouw vakantiewoning.,

Stel je vraag

Wij komen z.s.m. bij je terug,.

Verplichte en aanbevolen verzekeringen in Griekenland

In België is een brand-/opstalverzekering voor een eigenaar niet wettelijk verplicht, maar in de praktijk quasi verplicht via hypotheekvoorwaarden en mede-eigendom. Bij appartementen moet de syndicus op grond van art. 577-8 §4, 10° BW de burgerlijke aansprakelijkheid van de VME verzekeren; de statuten voorzien doorgaans ook een globale gebouwpolis. Voor verhuur geldt regionaal: in Wallonië (Decreet 15/03/2018, sinds 1/09/2018) en Vlaanderen (Vlaams Woninghuurdecreet 9/11/2018, sinds 1/01/2019) moet de huurder zijn huurdersaansprakelijkheid verzekeren, tenzij de verhuurder een afstand-van-verhaalpolis aanbiedt. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat geen wettelijke verzekeringsplicht voor huurders, maar contractuele clausules zijn gebruikelijk. Voor tweede verblijven bestaat geen specifieke federale verzekeringsplicht, ook niet aan de kust of in overstromingsgevoelige gebieden. Hypotheekverstrekkers eisen vrijwel steeds een brandverzekering met natuurrampenmodule en inpandgeving, en vaak een schuldsaldoverzekering, die juridisch niet verplicht is.

Inhoudelijk dekt de Belgische brandverzekering voor “eenvoudige risico’s” (woningen) sinds de Wet van 17/09/2005 wettelijk ook natuurrampen zoals overstroming, aardbeving en aardverschuiving. Minimumwaarborgen, tariferingsregels en maximale franchises worden vastgelegd via de verzekeringswetgeving en uitvoerings-KB’s; bijkomende waarborgen zoals inbraak, glasbreuk en indirecte verliezen kunnen worden toegevoegd. Premies zijn onderworpen aan een verzekeringstaks van 9,25%, vermeerderd met enkele kleine bijdragen (o.a. terrorismepool), die door de verzekeraar worden doorgerekend. Bij mede-eigendom wordt het gebouw doorgaans op volle nieuwwaarde verzekerd; eigenaars sluiten dan vaak nog een inboedel- en verbeteringenpolis af. In Nederland is een opstalverzekering evenmin wettelijk verplicht maar door hypotheek en VvE-reglement feitelijk onmisbaar; natuurrampdekking is niet wettelijk gestandaardiseerd en de assurantiebelasting bedraagt 21%.

  • BA privéleven (familiale): niet wettelijk verplicht; dekt schade aan derden veroorzaakt door u of gezinsleden/gasten. Vergelijkbaar met NL-AVP.
    Geen fiscale aftrek in privésfeer.
  • Rechtsbijstand wonen/huur: dekt geschillen met aannemers, huurders, buren en VME. Federale stimulans sinds Wet 22/04/2019: belastingvermindering van 40% op erkende polissen tot een wettelijk geplafonneerd premiebedrag (enkel voor Belgische belastingplichtigen).
  • Verhuurderspolis: waarborg huurdersschade, verhaal op huurder en eventueel huurverlies. Afstemming met huurcontract en clausule afstand van verhaal is essentieel.
  • Uitbreiding brandpolis: diefstal/inbraak, glasbreuk, indirect verlies, storm/hagel buiten minimum, en allrisk inboedel/verbeteringen. Bij appartementen vaak noodzakelijk voor private delen.
  • Technische installaties: machinebreuk/elektronica voor warmtepomp, zonnepanelen, laadpaal en domotica. Combinatie met waarborg elektrische schade in brandpolis controleren.
  • Zwembad/tuin: uitbreiding BA gebouw/uitbating voor zwembad, sauna of speeltoestellen. Bij toeristische verhuur vragen platforms/verhuurders vaak specifieke aansprakelijkheidsdekkingen.

Bij nieuwbouw of ingrijpende renovatie is de tienjarige aansprakelijkheid voor dragende elementen wettelijk verankerd (art. 1792 en 2270 Oud BW). Sinds 1/07/2018 verplicht de Wet Peeters-Borsus (31/05/2017) aannemers, architecten en bepaalde studiebureaus om voor woongebouwen met vergunning een verzekering te onderschrijven die deze tienjarige aansprakelijkheid dekt. Eigenaars mogen en moeten in de praktijk verzekeringsattesten opvragen bij opening van de werf; zonder dekking kan de aannemer worden gesanctioneerd. Architecten hebben daarnaast al langer een permanente beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Voor toeristische verhuur gelden regionale logiesregels met brandveiligheidsnormen (bv. Vlaams Logiesdecreet 2016/2017), maar geen algemene wettelijke verplichting tot aparte uitbatersaansprakelijkheidsverzekering. In Nederland bestaat geen verplichte tienjaarspolis; de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (2024) verhoogt aansprakelijkheid, maar verzekeren blijft facultatief.

Fiscaal zijn premies voor de brand-/opstalverzekering voor een tweede verblijf in België in de privésfeer niet aftrekbaar; schadevergoedingen zijn in principe niet belastbaar voor zover zij louter vermogensherstel zijn. Bij verhuur als belastbare activiteit (beroepsmatige of via vennootschap) zijn premies en waarborgen aftrekbaar als beroepskost, en uitkeringen belastbaar als beroepsinkomen of boekhoudkundig resultaat. Schuldsaldoverzekeringen zijn civiel niet verplicht, maar premies kunnen onder de federale langetermijnsparen-regeling (art. 145/1 WIB 92) recht geven op een belastingvermindering, mits er nog fiscale ruimte is; dit is doorgaans niet van toepassing bij niet-inwoners zonder Belgische belastinggrondslag. In mede-eigendom zijn gemeenschappelijke verzekeringspremies onderdeel van de VME-kosten en worden naar aandelen verdeeld. In Nederland zijn premies voor opstal/inboedel niet aftrekbaar in box 3; bij incidentele korte verhuur zijn aftrekposten beperkt, terwijl premies bij resultaat uit overige werkzaamheden of onderneming wel aftrekbaar kunnen zijn.

Kosten en dekking van verzekeringen in Griekenland

Een woningverzekering in Griekenland is niet wettelijk verplicht, maar banken eisen bij een hypotheek vrijwel altijd een polis met inpandgeving ten gunste van de bank. Premies liggen doorgaans lager dan in België voor basisdekkingen: circa 0,8–1,8‰ van de heropbouwwaarde zonder natuurrampen, en circa 2,5–6‰ met aardbevingsdekking, afhankelijk van regio en bouwjaar. Voor een heropbouwwaarde van €250.000 resulteert dit ruwweg in €200–€450 per jaar zonder, en €625–€1.500 per jaar met aardbeving. Polis- en incassokosten van ongeveer €10–€40 per jaar zijn gebruikelijk; belastingen en parafiscale heffingen zijn in de premie verrekend. In tegenstelling tot België, waar natuurrampen wettelijk in de brandverzekering voor eenvoudige risico’s zijn verankerd, is aardbeving in Griekenland vrijwel altijd een optionele module zonder staatsherverzekeringspool, waardoor prijs en eigen risico’s sterk variëren.

Dekken omvatten doorgaans brand, bliksem, explosie, storm/hagel, rook, waterschade door leidingen, glasbreuk, en inboedel met sublimieten. Aardbeving wordt apart aangeboden met significante franchise, vaak 2–5% van de verzekerde heropbouwwaarde per gebeurtenis; overstroming, aardverschuiving en vulkanische/geologische risico’s kunnen afzonderlijke voorwaarden of sublimieten hebben. Diefstal/inbraak geldt meestal alleen bij braaksporen en kan eisen stellen aan sloten, tralies of EN-gecertificeerde alarmen; juwelen, cash en kunst vallen vaak onder strikte plafonds tenzij gespecificeerd. Aansprakelijkheid van eigenaar/uitbater is optioneel met limieten van ca. €100.000 tot €1.500.000; zwembaden, liften en PV-installaties vergen soms specifieke clausules. Bij toeristische verhuur sluiten standaardparticuliere polissen regelmatig huurdersschade en huurverlies uit; een verhuur- of short-stay-clausule is nodig om dekking en regresrechten te behouden.

  • Locatie en seismische zone: Ionische eilanden, Dodekanesos en Kreta kennen doorgaans 20–80% hogere aardbevingsopslagen; Attica/Athene circa 10–30%.
  • Bouwjaar en normering: panden na 2000 (nieuwere antiseismische codes) krijgen vaak korting; vóór 1985 komen toeslagen voor, tenzij structurele versterkingen aantoonbaar zijn.
  • Heropbouwwaarde: gebruikelijk is verzekeren per m² (circa €1.100–€2.000/m²; luxe/afgelegen eilanden hoger); indexatieclausules beperken onderverzekering.
  • Eigen risico: standaardschades vaak vaste €250–€500; aardbeving/overstroming doorgaans percentagefranchise van 2–5% per schade.
  • Beveiliging en preventie: korting 5–15% bij gecertificeerd alarm, branddetectie of sprinklers; waterschadebeperking (leksensoren) kan aanvullende korting geven.
  • Gebruik: leegstand, tweede verblijf of short-stay-verhuur beïnvloeden premie en voorwaarden; bundeling met inboedel of aansprakelijkheid geeft soms 3–5% pakketkorting.

Voor Belgische eigenaars is een lokale Griekse polis gebruikelijk, hoewel EU-dienstenpaspoorten onder Solvency II grensoverschrijdende dekking toelaten; in de praktijk beperken veel Belgische verzekeraars buitenlandse risicolocaties. Polisdocumenten zijn doorgaans in het Grieks; grotere verzekeraars bieden Engelstalige voorwaarden en schadeafhandeling binnen enkele werkdagen na aangifte en expert-inspectie. Mede-eigendom (appartement) kent geen wettelijke plicht tot gebouwpolis; controleer of de vereniging van mede-eigenaars in Griekenland het geheel verzekert of enkel private delen, anders vereist de bank een individuele opstalpolis. Vergeleken met Nederland is aardbevingsdekking in Griekenland essentieel maar niet standaard, terwijl in Nederland overstromingsschade vaak uitgesloten blijft en de assurantiebelasting 21% bedraagt. Belgische VME-regimes en verplichte natuurrampdekkingen kennen geen equivalent in Griekenland, wat verschillen in dekking en franchises verklaart.

Verzekeringen bij verhuur van een woning in Griekenland

In Griekenland bestaat geen algemene wettelijke verzekeringsplicht voor woonhuizen; bij hypotheken verlangen banken wel een verplichte polis met ten minste branddekking en vaak ook aardbeving en storm. Binnen de EU geldt dat de plaats van het risico voor onroerend goed de ligging van het gebouw is (Solvency II, Richtlijn 2009/138/EG; Rome I-Verordening 593/2008), zodat dwingende Griekse verzekeringsregels voorrang hebben. Daardoor valt een Griekse vakantiewoning verzekeringsrechtelijk onder Griekenland, ook wanneer de eigenaar in België woont of de premie vanuit België wordt betaald. Een Belgische verzekeraar mag dit risico slechts dekken indien hij in Griekenland onder vrij verrichten van diensten actief is (passporting) of er een erkende vestiging heeft, onder toezicht van de Bank of Greece. In de praktijk wordt de polis onder Grieks recht afgesloten en gecertificeerd, met schadebehandeling volgens Griekse marktstandaarden en termijnen. Polisdocumenten zijn doorgaans Grieks- of Engelstalig; Nederlandstalige voorwaarden komen nauwelijks voor bij deze risico’s.

Bij verhuur dekken Griekse opstal- en inboedelpolissen meestal specifieke gevaren (named perils), waarbij aardbevings- en overstromingsdekking als afzonderlijke modules met procentuele eigen risico’s worden aangeboden. Aansprakelijkheid als eigenaar of verhuurder ten aanzien van huurders en derden wordt doorgaans via een aparte aansprakelijkheidsrubriek verzekerd, met limieten per gebeurtenis en vaak uitsluitingen voor opzettelijk handelen of bouwkundige gebreken. Verlies van huurinkomsten na een gedekte materiële schade is in de markt beschikbaar, maar is begrensd in duur (bijv. enkele maanden) en gekoppeld aan hersteltermijnen in het expertiserapport. Rechtsbijstand voor huurgeschillen, regres van buren en verhaal op aannemers is veelal als afzonderlijke module verkrijgbaar, met territoriale dekking Griekenland. Bij kortetermijnverhuur via platforms gelden in polisvoorwaarden vaak aanvullende clausules over maximumbezetting, zwembadveiligheid en brandveiligheidsvoorzieningen conform lokale normen.

  • Dekkingsmodules: brand/bliksem/explosie; aardbeving (seismische schokken en naschokken); storm/hagel; overstroming; natuurbrand (wildfire).
  • Eigen risico’s: voor natuurrampen veelal een percentage van het verzekerde bedrag of schadebedrag; voor standaardgevaren vaak een vast bedrag per gebeurtenis.
  • Bankclausule: loss payee/cessie aan de hypotheekbank is gebruikelijk bij financiering; polis- en premiecertificaat vereist door de kredietverstrekker.
  • Taxatie/inspectie: voor hogere verzekerde sommen kan een bouwkundige survey of waardebepaling worden verlangd; herbouw- in plaats van marktwaarde als grondslag.
  • Preventie-eisen: brandblussers, rookmelders, elektrische installatie conform lokale norm; bij zwembaden aanvullende veiligheidseisen voor gasten.
  • Uitsluitingen: geleidelijke slijtage, constructiefouten, illegale verbouwingen, onvoldoende onderhoud; bijzondere voorwaarden voor vakantiewoningen buiten het stookseizoen.

Voor Belgische inwoners wijzigen verzekeringspremies de Belgische belastingheffing op buitenlands vastgoed niet: sinds aanslagjaar 2022 wordt in België een geïndexeerd buitenlands kadastraal inkomen toegepast, met vrijstelling onder progressievoorbehoud op basis van het dubbelbelastingverdrag België–Griekenland. Premies voor Griekse woning- of verhuurdersverzekeringen zijn in de personenbelasting niet aftrekbaar en verminderen het Belgische kadastraal inkomen niet. Op Griekse polissen is Griekse assurantiebelasting of parafiscale heffing van toepassing volgens lokaal recht; de Belgische taks op verzekeringsverrichtingen (9,25% voor de meeste schadeverzekeringen) is niet verschuldigd omdat de plaats van risico in Griekenland ligt. Bij cumul met een Belgische “BA familiale” of andere polis geldt het EU-beginsel tegen dubbele uitkering; de verzekeraars verdelen de schade volgens de evenredigheidsregel en subrogatie. Schade-uitkeringen voor materiële schade zijn in België niet afzonderlijk belast, maar eventuele vergoedingen voor gederfde huur blijven in Griekenland relevant voor de inkomstenbelasting.

Ter vergelijking met Nederland geldt eveneens het EU-risicolocatiewer, zodat een Nederlandse verzekeraar alleen kan dekken wanneer hij in Griekenland passporting heeft; de polis valt dan onder Grieks risicoland en lokaal recht. De Nederlandse particuliere aansprakelijkheidsverzekering (AVP) sluit aansprakelijkheid als verhuurder van een niet in Nederland gelegen, commercieel verhuurd pand doorgaans uit, vergelijkbaar met Belgische “BA familiale”-polissen. De assurantiebelasting in Nederland bedraagt 21% maar is enkel verschuldigd bij in Nederland gelegen risico’s; voor een Griekse woning geldt de Griekse heffing. In Nederland is aardbevingsdekking in standaard opstalpolissen ongebruikelijk, terwijl in Griekenland seismische dekking als zelfstandige module gangbaar is. Hypotheekverstrekkers in beide landen eisen in de regel branddekking en een loss payee-clausule, met in Griekenland vaak expliciete opname van aardbeving en overstroming.

Is een opstalverzekering verplicht in Griekenland?

In Griekenland bestaat geen wettelijke plicht voor eigenaars om een opstalverzekering af te sluiten voor woonhuizen of appartementen. Een verplichting ontstaat doorgaans contractueel: hypotheekgevers nemen in de kredietakte een verzekeringsclausule op en kwalificeren het onverzekerd laten van het onderpand als contractuele wanprestatie. In appartementsgebouwen kan de ‘kanonismos’ (reglement van mede-eigendom) op basis van Wet 3741/1929 en BW art. 1002 en 1117 een collectieve gebouwenpolis voorschrijven; zulke bepalingen binden alle mede-eigenaars via de gemeenschappelijke lasten. Er bestaat geen nationaal rampenfonds of verplichte aardbevingsdekking, ondanks het seismische risico; keuzes over dekking zijn privaatrechtelijk. In Nederland geldt evenmin een algemene verzekeringsplicht; de facto is het daar, net als in Griekenland, veelal verplicht door de hypotheek of doordat de VvE volgens het Modelreglement een opstalverzekering collectief afsluit.

Voor kopers die met financiering werken, verlangen Griekse banken ten minste brand-, bliksem- en explosiedekking op herbouwwaarde, vaak aangevuld met aardbeving en overstroming afhankelijk van ligging en taxatie. De polis bevat normaliter een ‘loss payee’- of pandclausule ten gunste van de bank, en een polis- of premiecertificaat is vereist bij uitbetaling en bij elke verlenging; bij niet-betaling mag de bank premies verrekenen of een vervangpolis laten plaatsen op kosten van de eigenaar. Er is geen publiekrechtelijke verzekeringsverplichting gekoppeld aan kortetermijnverhuur of AADE-registratie; eventuele verzekeringsvereisten vloeien uitsluitend voort uit platformvoorwaarden of contracten met beheerders. In Nederland hanteren kredietverstrekkers vergelijkbare minimumeisen (brand op herbouwwaarde met clausule tbv bank); de plicht is ook daar contractueel en niet wettelijk. Buiten deze situaties is opstalverzekering in Griekenland facultatief, al kan een gebouwreglement in mede-eigendom die toch verplicht stellen.

  • Hypotheek bij Griekse bank: minimumeis brand/bliksem/explosie op herbouwwaarde; vaak uitbreiding met aardbeving en overstroming; loss payee ten gunste van de bank.
  • Hypotheek bij Belgische bank met Grieks onderpand: verzekeringsplicht volgt uit kredietvoorwaarden; polis moet het Griekse risico dekken en aan de bank worden gecedeerd.
  • Mede-eigendom (appartement): reglement kan een collectieve gebouwenverzekering voorschrijven; premie-inning via gemeenschappelijke kosten.
  • Nieuwbouwprojecten: ontwikkelaar sluit vaak tijdelijk een bouw-/cascoverzekering tot oplevering en oprichting van de vereniging; daarna houdt de vereniging de opstalpolis aan.
  • Pandrecht of fiduciaire zekerheid aan derden: verzekeringsplicht kan voortvloeien uit de pandakte of zekerheidsdocumentatie.
  • Professionele exploitatie (bijv. hotel/pension): geen algemene wettelijke opstalplicht; verzekeringsdekking wordt vaak contractueel geëist door financiers of touroperators.

Wat dekt een woonhuisverzekering in Griekenland?

In Griekenland dekt een woonhuisverzekering doorgaans het gebouw (opstal) op herbouwwaarde en, optioneel, de inboedel op vervangingswaarde. De opstalrubriek vergoedt schade door brand, bliksem, explosie, rook, waterschade door leidingbreuk of overloop, storm en hagel, en diefstal na braak; een allrisk-vorm komt voor maar is minder gangbaar. Aardbeving en overstroming zijn meestal afzonderlijke modules met procentueel eigen risico; zonnepanelen, HVAC, vaste keukens en zwembaden kunnen worden meeverzekerd indien opgegeven. Bijgebouwen, schuttingen, terrassen en technische installaties zijn vaak beperkt meeverzekerd via sublimieten, evenals opruimingskosten en architect/ingenieurskosten na schade. Indexatieclausules voor bouwkosten komen voor, maar onderverzekering wordt volgens de evenredigheidsregel afgerekend wanneer de verzekerde som lager is dan de herbouwwaarde. De vergoeding volgt het indemniteitsbeginsel van Wet 2496/1997, meestal op basis van herstel of herbouw minus eventuele slijtage voor inboedel, tenzij nieuw-voor-oud uitdrukkelijk is bedongen.

De inboedelrubriek dekt roerende zaken in het huis, inclusief toestellen en elektronica, met mogelijke sublimieten voor juwelen, kunst en kostbaarheden; contanten zijn doorgaans uitgesloten. Diefstal- en vandalisme-dekking vergt meestal sporen van inbraak en naleving van beveiligingsvereisten (cilindersloten, rolluiken of alarm), en sluit diefstal door huurders of gasten vaak uit. Aansprakelijkheid van eigenaar of bewoner voor letsel of zaakschade aan huurders, buren of derden is beschikbaar als aparte rubriek met limieten per gebeurtenis; opzettelijk handelen, bouwkundige gebreken en contractuele boetes blijven uitgesloten. Verlies van huurinkomsten na gedekte materiële schade is verkrijgbaar maar tijdsbegrensd en gekoppeld aan de door de expert vastgestelde hersteltijd; tegemoetkoming voor alternatieve huisvesting is vergelijkbaar indien het pand zelf wordt bewoond. Achterstallige huur of annuleringen zonder materiële schade gelden niet als verzekerd belang en vereisen afzonderlijke producten.

Eigen risico’s zijn voor standaardgevaren doorgaans vaste bedragen per gebeurtenis, terwijl voor natuurrampen percentage-franchises gelden (bijvoorbeeld een bandbreedte van enkele procenten van de verzekerde som of het schadebedrag) met minima. Polisvoorwaarden kunnen preventiewarranties bevatten, zoals winterklaar maken van leidingen, onderhoud van schoorstenen en conformiteit van de elektrische installatie met ELOT-normen; niet-naleving leidt vaak tot beperking of verval van dekking. Bij hogere verzekerde sommen of locaties met verhoogd seismisch of overstromingsrisico kan de verzekeraar een risicosurvey verlangen en bijzondere clausules opnemen. In appartementsgebouwen sluit de vereniging van mede-eigenaars doorgaans de gebouwenpolis voor de gemeenschappelijke en structurele delen; eigenaren verzekeren dan privégedeelten, inboedel en afwerkingen (“huurdersbelang”). In Nederland zijn opstalpolissen vaker allrisk met stormdekking vanaf circa windkracht 7 en doorgaans zonder aardbevingsmodule; bovendien bestaat er een gangbare garantie tegen onderverzekering via herbouwwaardemeters, terwijl in Griekenland veelal de evenredigheidsregel wordt toegepast.

  • Opruimingskosten na schade: vaak een sublimiet van 5–10% van de opstalverzekerde som.
  • Architecten- en ingenieurshonoraria: meeverzekerd binnen sublimiet, ter voorbereiding van herstel of herbouw.
  • Glasbreuk en sanitair porselein: doorgaans apart verzekerd of met vaste maxima per ruit/toestel.
  • Schade door overspanning/kortsluiting aan elektrische apparatuur: optionele rubriek met eigen risico en limiet.
  • Tuin, bestrating, omheiningen en buitenverlichting: beperkt verzekerd tot een bedrag per gebeurtenis.
  • Bereddingskosten en noodvoorzieningen (bijv. afdekzeilen, pompwerk): meestal meeverzekerd, soms aanvullend op de verzekerde som.
  • Opsporen en herstellen van lekkende leidingen en gevolgschade: vaak gedekt met een afzonderlijk maximum.

Wat kost een opstalverzekering gemiddeld in Griekenland?

Voor een Griekse opstalverzekering zonder aardbevingsmodule liggen marktgemiddelden veelal rond 1,0–2,5 promille van de herbouwwaarde per jaar (0,10–0,25%). Met aardbevingsdekking komt de totale premie doorgaans uit tussen 2,5–6,0 promille (0,25–0,60%), afhankelijk van seismische zone en bouwtype. Concreet betaalt een eigenaar van een appartement met herbouwwaarde €120.000 in Athene/Attica vaak circa €400–€900 per jaar inclusief lokale premietaksen; een vrijstaande villa in een hoogrisicogebied (bijv. Ionische eilanden, zone III) met €250.000 herbouwwaarde zit eerder in de bandbreedte €1.000–€2.000. Premies worden in Griekenland geoffreerd inclusief lokale heffingen op verzekeringspremies; de Belgische taks op verzekeringsverrichtingen (9,25%) is niet van toepassing omdat het risico in Griekenland is gelegen. De prijs stijgt bij aanvullende modules (overstroming, diefstal, aansprakelijkheid) en bij lagere eigen risico’s.

Belangrijkste prijsdrijvers zijn seismische zone (I–III volgens nationale annex bij Eurocode 8), bouwjaar en constructie (gewapend beton met antisismische details vs. metselwerk), ligging t.o.v. overstromings- of natuurbrandrisico en feitelijk gebruik (eigen gebruik, leegstand, kortetermijnverhuur). Indicatief geldt: standaardgevaren 1,0–2,5‰, aardbeving add-on 2,0–6,0‰ en overstroming 0,5–2,0‰; diefstal en eigenaar-aansprakelijkheid worden vaak tegen vaste jaarbedragen toegevoegd. Aardbevingsfranchises liggen veelal op 2–5% van de verzekerde som of het schadebedrag (met minima van ca. €1.500–€5.000); het verhogen daarvan verlaagt de premie typisch 10–20%. Voor standaardgevaren gelden vaste eigen risico’s (bijv. €100–€300) die de premie beperkt beïnvloeden. Kortetermijnverhuur of lange leegstand leidt in de praktijk tot een opslag van ca. 10–25% of tot strengere voorwaarden.

Voor Belgische eigenaars beïnvloeden Griekse premies de Belgische belastingheffing op buitenlands vastgoed niet; premies zijn niet aftrekbaar en hebben geen effect op het Belgische (buitenlands) kadastraal inkomen. De premie wordt belast naar Grieks recht; Belgische IPT is niet verschuldigd omdat de plaats van risico in Griekenland ligt. Ter vergelijking: in Nederland kost een particuliere opstalverzekering voor €250.000 herbouwwaarde veelal circa €200–€450 per jaar (inclusief 21% assurantiebelasting) voor een allrisk zonder aardbevingsmodule; aardbevingsdekking is daar ongebruikelijk. Voor een vergelijkbare herbouwwaarde in Griekenland met aardbevings- en overstromingsdekking is €700–€1.300 per jaar gebruikelijk in zone II, hoger in zone III. In appartementsgebouwen kan een collectieve gebouwenpolis via de vereniging van mede-eigenaars de individuele kosten drukken; eigenaren verzekeren dan doorgaans alleen privégedeelten en inboedel.

  • Appartement Athene (zone II), 100 m², herbouwwaarde €120.000: standaard 1,5‰ (€180) + aardbeving 3,0‰ (€360) + overige modules ? totaal €500–€700 p.j.
  • Villa Zakynthos (zone III), 160 m², herbouwwaarde €208.000: totale tarieven 4–7‰ ? ? €830–€1.450 p.j.; hogere franchise kan dit 10–20% verlagen.
  • Nieuwbouw Kreta (zone II), 120 m², herbouwwaarde €150.000: standaard 1,2‰ + aardbeving 2,8‰ + overstroming 1,0‰ ? ? 5,0‰ = ca. €750 p.j.

Heb ik een aparte verzekering nodig voor inboedel in Griekenland?

In Griekenland is een inboedelverzekering niet wettelijk verplicht, maar een standaard opstal-/brandpolis dekt de inboedel doorgaans niet. Hypotheekverstrekkers eisen meestal enkel gebouwen­dekking (brand, storm en vaak aardbeving), terwijl de inboedel als afzonderlijke module of clausule moet worden meeverzekerd met een eigen verzekerd bedrag en waarderingsbasis (nieuwwaarde of werkelijke waarde); voor juwelen, kunst en elektronica gelden vaak aparte aangiftes en maximums per object. Diefstal- en vandalisme­dekking voor inboedel is veelal optioneel, vereist gecertificeerde beveiliging en hanteert sublimieten; een politierapport binnen een korte termijn is gebruikelijk als claimvoorwaarde en diefstal door huurders is zonder specifieke uitbreiding uitgesloten. Schade aan inboedel door aardbeving en natuurbrand is bij veel Griekse polissen geen standaarddekking en vergt een aparte uitbreiding met hogere franchises en soms wachttijden. Bij toeristische kortverhuur vragen verzekeraars doorgaans een “short?term rental” of commerciële clausule; zonder deze kwalificatie geldt gebruik als verhuur als risicowijziging met beperkte of geen dekking voor inboedelverlies.

Voor Belgische eigenaars dekt een Belgische woon-/brandverzekering de inboedel van een buitenlands tweede verblijf in de regel niet; de risicolocatie is volgens EU-regels (Solvency II) het land waar het onroerend goed ligt, zodat een aparte polis in Griekenland of een grensoverschrijdend product nodig is en Griekse verzekeringsbelasting op de premie van toepassing is. Het toepasselijk recht kan contractueel worden gekozen, maar dwingende bepalingen van het risicoland blijven gelden; schadeafwikkeling gebeurt doorgaans via Griekse experts en polisdocumenten zijn veelal in het Grieks of Engels. In België worden gebouw en inboedel vaak in één woningpolis gecombineerd, terwijl in Griekenland en Nederland opstal en inboedel structureel aparte dekkingen zijn die afzonderlijk moeten worden verzekerd en gewaardeerd. In Nederland strekt een standaard inboedelverzekering zich niet uit tot een buitenlandse vakantiewoning, zodat evenzeer een specifieke polis of uitbreiding vereist is. Polissen hanteren eigen risico’s, item?sublimieten, inventaris- en bewijsvereisten en huurclausules die de dekking voor inboedel kunnen beperken of uitsluiten.

Dekt een Nederlandse verzekering een woning in Griekenland?

Alleen indien de Nederlandse verzekeraar uw Griekse risicolocatie expliciet accepteert en dekking verleent onder het EU?vrij verkeer van diensten (paspoort), kan een Nederlandse verzekering een woning in Griekenland dekken. Standaard Nederlandse opstal- en inboedelpolissen beperken de geldigheid doorgaans tot adressen in Nederland; buiten Nederland geldt hoogstens tijdelijke inboedeldekking, nooit gebouwen­dekking, zodat een reguliere woonpolis zonder uitbreiding niet volstaat. Juridisch ligt het “plaats van risico” bij onroerend goed in het land waar het gebouw staat (Richtlijn 2009/138/EG, Solvency II), dus zonder expliciete acceptatie van het Griekse adres is er geen verzekerbare interesse onder die polis. De polis moet het Griekse adres als risicolocatie vermelden, de herbouwwaarde volgens Griekse bouwkosten vastleggen en de gedekte gevaren (brand, storm, aardbeving) en eigen risico’s specificeren. Verhuur, leegstand en beveiligingseisen moeten als clausules zijn opgenomen; ontbreekt een verhuurclausule, dan is schade tijdens kortverhuur veelal uitgesloten.

Indien dekking wordt geboden, is Griekse verzekeringsbelasting (IPT) over de premie verschuldigd en moet de verzekeraar geregistreerd zijn voor grensoverschrijdende diensten richting Griekenland bij de AFM en aangemeld bij de Bank of Greece. De polis kan aan Nederlands recht worden onderworpen (Verordening (EG) nr. 593/2008, Rome I), maar dwingende Griekse verzekeringsregels over belastingen, vormvereisten, aangiftetermijnen en minimuminhoud hebben voorrang bij een in Griekenland gelegen risico. Griekse hypotheekverstrekkers verlangen doorgaans brand- en natuurrisicodekking met een bankclausule; sommige accepteren uitsluitend polissen van maatschappijen die in Griekenland actief zijn of met lokale schade-expertise en documentatie in het Grieks. In België geldt hetzelfde risicolocatieprincipe: een Belgische brandpolis dekt geen gebouw in Griekenland, tenzij de verzekeraar het Griekse risico onder EU?paspoort in een aparte sectie opneemt. Anders dan in België, waar natuurrampdekking bij “eenvoudige risico’s” wettelijk aan de brandverzekering is gekoppeld voor in België gelegen woningen (Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen), bestaat in Griekenland geen natuurrampplicht en bepaalt de polis of aardbeving en natuurbrand meeverzekerd zijn.

Heb ik een aansprakelijkheidsverzekering nodig in Griekenland?

In Griekenland is een particuliere aansprakelijkheidsverzekering voor huiseigenaren of kortverhuurhosts niet wettelijk verplicht; alleen motorrijtuigen hebben een verplichte BA. Eigenaars kunnen echter civielrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor letsel of zaakschade die voortvloeit uit gebrekkige bouw of onderhoud, brand- of waterschade die overslaat naar buren, vallende onderdelen of onveilige installaties. Bij zwembaden of andere voorzieningen die voor gasten toegankelijk zijn gelden specifieke veiligheidsvoorschriften (o.a. waterkwaliteit, afrastering, eventuele toezichtseisen) en het niet?naleven daarvan vergroot het aansprakelijkheidsrisico, maar introduceert geen verzekeringsplicht. Hypotheekbanken verlangen zelden BA-dekking; verenigingen van mede?eigenaars (condominiums) kunnen wel aansprakelijkheidsdekking voor gemeenschappelijke delen contractueel eisen. Net als in België en Nederland bestaat geen wettelijke verplichting tot particuliere BA voor woningeigendom, maar het aansprakelijkheidsregime voor gebreken en nalatigheid is in de drie landen vergelijkbaar en schade wordt op grond van onrechtmatige daad verhaald.

Voor Belgische eigenaars dekt de BA familiale doorgaans wel wereldwijde privé?daden, maar sluit zij de aansprakelijkheid als eigenaar/gebruiker van een buitenlands gebouw uit; daarvoor is een specifieke “owner/occupier liability” gekoppeld aan het Griekse adres nodig. Volgens EU?risicolocatieregels wordt aansprakelijkheid die uit een onroerend goed voortvloeit geacht in het land van ligging te zijn gesitueerd, zodat de verzekeraar voor Griekenland bevoegd moet zijn en Griekse verzekeringsheffing over de premie verschuldigd is. Dekking kan als zelfstandige BA?polis of als module binnen de Griekse woonpolis worden opgenomen; bij kortverhuur is een expliciete verhuur-/gastenaansprakelijkheidsclausule vereist en gelden vaak uitsluitingen voor opzichtschade en zuivere contractuele boetes. Gebruikelijke verzekerde sommen liggen tussen circa EUR 100.000 en 1.000.000 per gebeurtenis; verweer- en expertekosten zijn veelal meeverzekerd, soms binnen het limiet. In Nederland geldt hetzelfde: de AVP dekt privé?aansprakelijkheid wereldwijd, maar niet de aansprakelijkheid als eigenaar van een buitenlands (vakantie)huis, tenzij de verzekeraar het Griekse risico expliciet accepteert.

  • Typische dekking: letsel aan derden door gebreken of nalatig onderhoud; brandoverslag naar naburige percelen; waterlekkage; vallende bouwdelen/voorwerpen; schade veroorzaakt door installaties (bijv. lift, boiler).
  • Belangrijke uitsluitingen: opzettelijk handelen; beroeps-/bedrijfsmatige activiteiten zonder aparte polis; contractuele aansprakelijkheid boven wettelijke regels; aansprakelijkheid voor bepaalde dieren zonder melding; schade aan zaken onder uw zorg/opzicht; administratieve boetes en geldstraffen.
  • Polisvoorwaarden: juiste hoedanigheid en gebruik (eigen gebruik, lange verhuur, kortverhuur) expliciet vermeld; eventuele zwembad-/openhaardclausules; maxima per slachtoffer en per gebeurtenis; eigen risico per schadegeval; territoriale dekking doorgaans Griekenland (soms EU).
  • Schadeafwikkeling: tijdige melding na het voorval; medische en getuigenrapporten bij letsel; onderhouds- en keuringsbewijzen (elektrische installatie, boiler, zwembad) ter onderbouwing; rechtsbijstand vaak als afzonderlijke module verkrijgbaar.

Zijn er speciale verzekeringen voor tweede woningen in Griekenland?

Ja, Griekse verzekeraars bieden specifieke tweede?woningpolissen met modules die afwijken van standaard woonverzekeringen. Aardbeving en natuurbrand zijn in Griekenland geen wettelijke minimumplichten en worden doorgaans als optionele waarborgen aangeboden, met premiedifferentiatie per seismische zone, bouwjaar en constructietype. Voor aardbeving geldt vaak een eigen risico als percentage van het verzekerd bedrag (veelal circa 2–5%) en een wachttijd na ingangsdatum om anti?selectie te vermijden. Bij appartementsrechten kan een VvE/condominium een gebouwpolis hebben, maar dat is niet wettelijk verplicht; individuele eigenaars moeten dan meestal eigen binnenafwerking en verbeteringen apart verzekeren. Voor Belgische eigenaars is het risicolokatie?principe doorslaggevend (Solvency II): dekking moet in/voor Griekenland worden gesloten, terwijl in België natuurrampen bij “eenvoudige risico’s” wettelijk aan de brandpolis zijn gekoppeld (Wet van 4 april 2014), iets wat in Griekenland ontbreekt; Nederland kent evenmin een wettelijke natuurrampplicht.

  • Opstal met natuurrampen: aardbeving, natuurbrand, overstroming (regen/overland flow), vaak uitsluiting voor zee? en golfslag; percentage?eigen risico’s voor catastroferisico’s.
  • Kortverhuur/“short?term rental”: huisaansprakelijkheid voor gasten, schade door huurders, verlies van huur na gedekte gebeurtenis; strikte voorwaarden en sublimieten.
  • Condominiale uitbreidingen: aansprakelijkheid gemeenschappelijke delen, “loss assessment”/bijdrage tot herstel na onderverzekering of franchise van het gebouw.
  • Bijzondere objecten: zwembadinstallaties, fotovoltaïsche panelen, buitenkeukens; vaak aparte clausules en beveiligingseisen.
  • Renovatie/verbouw: CAR?polis voor werken; geen wettelijke tienjarige verzekeringsplicht zoals in België (sinds 2018), wel beroepsaansprakelijkheid aannemer/ingenieur.
  • Alternatieven: paramedische/parametrische aardbevingsdekking op basis van intensiteitstrigger; polisdocumenten doorgaans in Grieks of Engels.

Specifieke acceptatiecriteria omvatten ligging (seismische zone, bosbrandrisico), bouwjaar (pre?/post?antisismische norm), structurele staat en afstand tot kust of natuurgebied. Schade door “sea action” en zoute corrosie is veelal uitgesloten; overstroming door hevige regen of rivierafvoer kan als aparte natuurrampdekking worden opgenomen, met hogere franchises en limieten per gebeurtenis. Dekking kent vaak meldtermijnen en vereist lokale expertise; claims worden afgewikkeld met Griekse schade?experts en polisvoorwaarden voorzien in taal? en termijneisen. Belgische en Nederlandse familiale/AVP?polissen dekken doorgaans niet de hoedanigheid van eigenaar/gebruiker van een buitenlands gebouw; een aparte eigenaars?BA op het Griekse adres is gebruikelijk in de markt. Voor de premie is Griekse verzekeringsbelasting (IPT) verschuldigd en grensoverschrijdende verzekeraars moeten in Griekenland zijn aangemeld; toepasselijk recht kan contractueel worden gekozen, met voorrang voor dwingende Griekse regels.

Voor verhuurobjecten bestaan uitbreidingen voor diefstal met (hoge) sublimieten en beveiligingsvoorwaarden, glasschade, huis? en sleutelbijstand en rechtsbijstand bij huurgeschillen. Gastenaansprakelijkheid en opzichtschade zijn vaak beperkt of uitgesloten zonder expliciete verhuurclausules; schade door slijtage of gebrekkig onderhoud valt buiten dekking. In appartementen sluiten VvE?polissen regelmatig uitsluitend de ruwbouw in; binnenafwerking, keukens en inbouwtechniek moeten dan via een “contents/fixtures & fittings”-sectie worden verzekerd met aangepaste waarderingsgrondslag. In Nederland bestaan voor binnenlandse recreatiewoningen gecombineerde pakketten, maar voor een Grieks adres is grensoverschrijdende acceptatie vereist en gelden Griekse taxaties en natuurrisicoclausules. Verzekeraars hanteren bovendien wachttijden voor natuurbrand in risicogebieden en vragen bij oudere panden soms een recent stabiliteitsrapport voor aardbevingsdekking; subrogatie en bankclausules worden in Griekse hypotheekdossiers standaard opgenomen.

Moet ik een levensverzekering afsluiten bij een hypotheek in Griekenland?

Er bestaat in Griekenland geen wettelijke plicht om bij een hypotheek een levensverzekering af te sluiten. Kredietgevers mogen op grond van de EU?Hypotheekrichtlijn 2014/17/EU geen koppelverkoop afdwingen, maar wel verzekeringen verlangen die relevant zijn voor het kredietrisico; in de praktijk is opstal/brand vrijwel altijd verplicht en levensverzekering alleen bij verhoogd risico (hoogte LTV, éénverdiener, hogere leeftijd, niet?resident). Indien verlangd, eist de bank meestal een dalende risicoverzekering met cessie/pand van de uitkering aan de bank en onherroepelijke begunstiging “bank tot het uitstaande saldo”. De verzekerde som volgt doorgaans de resterende schuld en de looptijd die van de hypotheek. De polis mag van een andere verzekeraar zijn dan de bank, mits de waarborgen en looptijd “equivalent” zijn aan de door de bank gestelde voorwaarden (anti?tying met keuzerecht).

Acceptatie gebeurt op basis van leeftijd, gezondheid en verzekerd kapitaal; medische vragenlijsten en keuringen gelden boven drempels en er zijn instap/expiratie?leeftijden (typisch instap tot circa 65–70 jaar, dekking tot circa 75 jaar, afhankelijk van verzekeraar). Premies zijn risicogebaseerd (o.a. rookstatus) en vaak lager bij dalende kapitaalvorm. Griekse banken verlangen polisdocumenten en cessieclausule in het Grieks of Engels, bewijs van premiebetaling en melding bij wijziging/opschorting; de polisvaluta is doorgaans EUR om valutarisico op de zekerheidswaarde te vermijden. Levensverzekeringspremies zijn in Griekenland doorgaans vrijgesteld van verzekeringsbelasting, terwijl op opstalpremies wel Griekse IPT van toepassing is; dit onderscheid raakt de totale maandlast bij gecombineerde eisen. Bij overlijden wordt de uitkering eerst aangewend ter aflossing van de hypothecaire schuld volgens de begunstigingsrang.

In België bestaat evenmin een wettelijke plicht, maar banken vragen veelal een schuldsaldoverzekering met dalend kapitaal en verplichte inpandgeving aan de bank; rentekortingen worden vaak gekoppeld aan het afsluiten, zonder verplichting tot gebruik van de bankverzekeraar bij equivalente waarborgen. Belgische premies zijn onderworpen aan 2% taks op verzekeringsverrichtingen; fiscale aftrek is mogelijk via het federale langetermijnsparen binnen wettelijke plafonds en inkomensafhankelijke grenzen, ook voor een tweede verblijf in het buitenland. Uitkeringen bij overlijden vallen in principe onder de gewestelijke erfbelasting bij de begunstigde(n); de aflossing van de bankschuld uit de polis verloopt buiten de nalatenschap voor zover de bank eerste begunstigde is. In Nederland is een overlijdensrisicoverzekering niet wettelijk verplicht en sinds 2018 eisen veel geldverstrekkers deze niet meer standaard; premies zijn niet aftrekbaar in box 1 en uitkeringen zijn niet belast in de inkomstenbelasting, maar wel erfbelastbaar bij de ontvanger.

Voor een Griekse hypotheek van een Belgische of Nederlandse koper accepteren banken doorgaans een polis van een buitenlandse verzekeraar mits de verzekeraar in de EU actief is, de risicolocatie van de levensverzekering overeenkomt met de gewone verblijfplaats van de verzekeringnemer en de uitkering rechtsgeldig kan worden gecedeerd aan de Griekse bank. De cessie vereist meestal: een door de verzekeraar afgegeven akte van cessie/endorsement, bewijs van inwerking en geen achterstand, en directe kennisgeving aan de bank; beëindiging of vermindering van dekking zonder banktoestemming is vaak contractueel verboden. Polisvoorwaarden voorzien vaak in een contestabiliteitsperiode bij verzwijging en een wachttijd voor zelfdoding; de bank beoordeelt of resterende risico’s acceptabel zijn. In België en Nederland zijn dergelijke wachttijden en onderzoekstermijnen gangbaar; de concrete termijnen en uitsluitingen verschillen per verzekeraar en moeten equivalent zijn aan de minimumeisen van de Griekse bank.

  • Gebruikelijke bankeisen bij verplichtstelling: dalend kapitaal (matching met annuïtaire/lineaire aflossing); looptijd = leningsduur; onherroepelijke begunstiging bank; cessie/pand en kennisgeving; polis in EUR; jaarlijkse premiebewijs.
    Voorwaarden: geen premieachterstand; melding van risicowijziging; alternatief verzekeraar toegestaan bij “equivalente dekking”.
  • Documenten bij claim: overlijdensakte (meestal met apostille), polis en cessie?endorsement, bankverklaring uitstaand saldo, identiteits- en begunstigingsbewijzen. Uitkering wordt eerst verrekend met de hypotheek; eventueel overschot gaat naar de contractuele begunstigde(n) en kan aan erfbelasting onderworpen zijn.
  • Vergelijking BE/NL: België—schuldsaldoverzekering marktpraktijk, 2% verzekeringstaks en mogelijke aftrek langetermijnsparen; Nederland—geen fiscale aftrek, ORV meestal facultatief behalve bij hoog LTV of specifieke acceptatie?eisen van de geldverstrekker.

Welke verzekeraars zijn actief in Griekenland?

De Griekse verzekeringsmarkt valt onder toezicht van de Bank of Greece (BoG) en werkt onder Solvency II (wet 4364/2016) en de Insurance Distribution Directive (wet 4583/2018). Binnen de EU kunnen ondernemingen actief zijn via vestiging of vrij verkeer van diensten (EEA?paspoort); niet?toegelaten (non?admitted) directe verzekering door niet?EEA?verzekeraars is in beginsel verboden, reinsurance uitgezonderd. Sinds 2021–2022 vonden belangrijke transacties plaats: Generali nam AXA Greece over en NN Group nam MetLife Greece over; Ethniki Asfalistiki werd verkocht aan CVC. De markt kent zowel lokale spelers als EU?branches en coverholders van Lloyd’s Insurance Company S.A. (gevestigd in België). Onderstaand een niet?uitputtend overzicht van actief opererende partijen in Griekenland, met nadruk op levens? en schadeverzekeraars die relevant zijn voor vastgoed, aansprakelijkheid, motor en gezondheidsdekking.

  • Ethniki Asfalistiki (National Insurance Co. of Greece S.A.)
    Grootste lokale levens? en schadeverzekeraar; eigendom CVC Capital Partners sinds 2022
  • Generali Hellas Insurance Company S.A.
    Composiet; integreerde AXA Greece?portefeuille per 2022
  • Allianz Hellas (Allianz Hellas Insurance Company S.A.)
    Schade en gezondheidsdekking; onderdeel van Allianz Group
  • European Reliance General Insurance Co. S.A.
    Schadeverzekeraar; onderdeel van Allianz Group sinds 2022
  • ERGO Insurance Company S.A.
    Schade; onderdeel van Munich Re/ERGO, sterk in motor en property
  • Interamerican Hellenic Insurance Company S.A.
    Leven en schade; eigendom Achmea (NL); merk “Anytime” voor direct
  • Eurolife FFH (Life & General Insurance S.A.)
    Leven en schade; eigendom Fairfax Financial via Eurolife?groep
  • Groupama Asfalistiki Hellenic Insurance Company S.A.
    Schade en leven; onderdeel van Groupama (FR)
  • NN Hellas (NN Hellenic Life Insurance Company S.A.)
    Levensverzekeraar; omvat MetLife Greece na overname in 2022
  • Hellas Direct Insurance Ltd (Griekse vestiging)
    Schade; digitaal, actief in motor en woonhuis
  • Ydrogios Insurance & Reinsurance S.A.
    Lokale schadeverzekeraar, o.a. brand/opstal en aansprakelijkheid
  • Interlife General Insurance Company S.A.
    Lokale schadeverzekeraar, gevestigd in Thessaloniki
  • Minetta Insurance S.A.
    Lokale schadeverzekeraar, motor en property
  • AIG Europe S.A. (Greece Branch)
    Zakelijke/specialty lijnen, o.a. aansprakelijkheid en property
  • HDI Global SE (Greece Branch)
    Industrieel/corporate property en liability
  • Lloyd’s Insurance Company S.A. (België) via coverholders in Griekenland
    Specialty en grotere property?risico’s onder EU?paspoort

Voor Belgische en Nederlandse kopers van Grieks vastgoed is relevant dat EEA?verzekeraars grensoverschrijdend mogen aanbieden mits zij in het BoG?register staan (paspoortmelding) en de polis het Griekse risico expliciet dekt. In de praktijk verlangen Griekse hypotheekverstrekkers een lokale brand/opstalpolis met aardbevingsdekking en verpanding aan de bank; gangbaar zijn eigen risico’s voor aardbevingsschade van circa 2–5% van de herbouwwaarde. België hanteert dezelfde Solvency II?kaders en paspoortlogica (toezicht FSMA), maar Belgische retailpolissen dekken buitenlands onroerend goed vaak niet standaard. Nederland kent vergelijkbare regels onder de Wft (toezicht DNB/AFM) en ook daar is retaildekking voor buitenlandse tweede woningen beperkt, waardoor in Griekenland gevestigde of gepaspoorte aanbieders in de praktijk worden gebruikt.

Waar moet ik op letten bij het afsluiten van een verzekering in Griekenland?

Griekse brand/opstalpolissen vallen onder het verzekeringscontractenrecht (wet 2496/1997), met nadruk op correcte risico?omschrijving: bouwjaar, constructietype (gewapend beton vs. metselwerk), gebruik (eigen gebruik, lang? of kortetermijnverhuur), aanwezigheid van zwembad/haard en ligging in seismische zones. Onjuiste of onvolledige mededelingen kunnen tot vermindering of weigering van uitkering leiden. Onderverzekering wordt doorgaans pro rata afgerekend via een “average clause”, waardoor de schadevergoeding evenredig wordt verlaagd. De verzekerde som is gebaseerd op herbouwwaarde (inclusief sloop/opruiming en professionele erelonen) en moet rekening houden met naleving van huidige seismische/bouwcodes bij heropbouw. Indexatie verloopt in Griekse praktijk vaak via prijs? of bouwkostenindexen; in België is de ABEX?index gebruikelijk en in Nederland een herbouwwaarde?index, wat tot verschillende jaarlijkse aanpassingen kan leiden.

Dekking is veelal op “named perils”-basis met afzonderlijke clausules voor aardbeving, overstroming, bosbrand en aardverschuiving, inclusief specifieke eigen risico’s en sublimieten. Aardbevingsdekking wordt vaak als aparte uitbreiding aangeboden met een percentage?franchise die per seismische zone en bouwwijze varieert. Illegale bouwwerken of niet?vergunde aanpassingen kunnen onder polisvoorwaarden uitgesloten zijn. Verhuur voor toeristische doeleinden wordt in de acceptatie en voorwaarden anders geclassificeerd dan privégebruik; niet?melding kan leiden tot dekkingsbeperkingen. Aansprakelijkheid van de eigenaar voor derdenschade volgt uit het Griekse Burgerlijk Wetboek; een aparte aansprakelijkheidsrubriek voor eigenaars/uitbaters is in de markt gebruikelijk. In België omvat de woningbrandpolis sinds 2003 wettelijk natuurrampen voor “eenvoudige risico’s”, terwijl in Nederland aardbevingsschade doorgaans is uitgesloten in standaard woonhuispolissen.

  • Verzekerde som en basis: herbouwwaarde incl. sloop/opruiming en erelonen; controleer sublimieten en indexatiemethode.
  • Natuurrampen: aardbeving/overstroming/bosbrand/aardverschuiving als aparte rubrieken, met franchises en zonale differentiatie.
  • Gebruik en bezetting: eigen gebruik vs. (korte) verhuur; pools/extra voorzieningen expliciet omschreven.
  • Aansprakelijkheid eigenaar/uitbater: limieten, territoriale werking en eventuele gast/vakantiegast?schade.
  • Uitsluitingen en veiligheidsclausules: elektra/brandbeveiliging, onderhoud, leegstand en illegale bouwelementen.
  • Taal en rechtskeuze: polis en IPID in het Grieks/Engels; Griekse dwingende bepalingen bij in Griekenland gelegen risico.
  • Premieheffing: plaats van risico is Griekenland; Griekse assurantiebelasting van toepassing, niet verrekend met Belgische IPT.
  • Schadeafhandeling: vereiste bewijsstukken, expertiseproces, termijnen en eventuele proportionaliteitsregels.

Hypotheeknemers eisen doorgaans een loss?payee/mortgagee?clausule met cessie/voorrecht op uitkeringen en voorafgaande kennisgeving bij opschorting of opzegging. Banken specificeren vaak minimale dekkingen en eisen verpanding van de polis; uitbetaling bij total loss kan (gedeeltelijk) eerst aan de bank toekomen. In appartementsgebouwen dekt de “master policy” meestal gemeenschappelijke delen; privatieve delen, inrichtingen en verbeteringen vragen aparte dekking op naam van de eigenaar. Reglementen van mede?eigendom kunnen aanvullende verzekeringsplichten bevatten. In België sluit de VME vaak een blokpolis die ook privatieve delen (gedeeltelijk) omvat; in Nederland verzekert de VvE doorgaans het casco, met afzonderlijke inboedel/verbeteringen per eigenaar. Deze verschillen beïnvloeden de benodigde individuele dekking in Griekenland.

Voorafgaand informatiedocument (IPID) en distributieregels volgen de Insurance Distribution Directive; documenten worden op een duurzame drager verstrekt en dekkingsomvang, uitsluitingen en franchises moeten gestandaardiseerd worden weergegeven. Volgens Rome I bepaalt de ligging van het onroerend goed het toepasselijke recht voor dwingende bepalingen; een keuze voor ander recht laat die dwingende regels onverlet. De plaats?van?risico?regel brengt mee dat Griekse assurantiebelasting op de premie verschuldigd is voor een in Griekenland gelegen pand; Belgische/Nederlandse fiscale behandeling van eigen woningpolissen is hierop niet van toepassing. Bij geschillen is buitengerechtelijke geschilbeslechting via het Europese FIN?NET netwerk mogelijk naast nationale klachtenprocedures. In België en Nederland gelden vergelijkbare IDD?informatievereisten, maar verschillen in natuurrampenstelsels en indexatie leiden tot andere polisstructuren dan in Griekenland.

Disclaimer
De informatie op deze website is uitsluitend bedoeld voor algemene informatieve doeleinden. Hoewel wij de inhoud met de grootst mogelijke zorg samenstellen, kunnen er geen rechten aan worden ontleend. Wij zijn geen financieel adviseur en geven geen persoonlijk advies.

Het kopen of financieren van een vakantiewoning brengt financiële risico’s en verplichtingen met zich mee. Doe daarom altijd je eigen onderzoek en win – indien gewenst – professioneel financieel of juridisch advies in bij een erkende adviseur voordat je een beslissing neemt.

Vakantiewoningkopen.nl en de auteurs van de artikelen aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade of gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van de op deze website aangeboden informatie.