Vakantiewoning of tweede woning kopen in Spanje: kosten, regels en stappenplan
Een vakantiewoning kopen in Spanje of investeren in een tweede woning is al tientallen jaren populair onder Nederlanders en Belgen. Zon, zee, cultuur en een aantrekkelijk prijsniveau maken Spanje een logische keuze. Toch is het proces van een woning kopen in Spanje wezenlijk anders dan in Nederland. Het Spaanse rechtssysteem werkt met andere documenten, belastingen en stappen, waardoor voorbereiding cruciaal is. Zonder kennis van zaken lopen kopers het risico op onverwachte kosten, juridische conflicten of problemen met vergunningen. In dit uitgebreide overzicht lees je hoe het koopproces in 2025 verloopt, welke verplichtingen gelden en hoe je het traject van oriëntatie tot notaris en registratie moet aanpakken.
Waarom een woning kopen in Spanje populair blijft
De belangstelling voor Spaans vastgoed is structureel hoog. In 2024 werden er volgens het Spaanse kadaster meer dan 100.000 woningen verkocht aan buitenlandse kopers. Nederlanders en Belgen nemen samen een aanzienlijk aandeel in, met name langs de oost‑ en zuidkust. Belangrijkste redenen zijn het mediterrane klimaat en de mogelijkheid om vrijwel het hele jaar buiten te leven. In regio’s als de Costa del Sol, Costa Blanca en de Balearen is de zonzekerheid hoog, wat de waarde van een vakantiewoning duurzaam ondersteunt. Daarnaast zijn er grote prijsverschillen: in een stad als Madrid of Barcelona liggen de prijzen vergelijkbaar met Nederland, maar in provincies als Murcia of Almería zijn villa’s en appartementen aanzienlijk betaalbaarder.
Voor veel kopers is een woning in Spanje meer dan een tweede huis; het is ook een investering. Door het groeiende toerisme is er structurele vraag naar vakantieverhuur. Dit biedt kansen op rendement, mits voldaan wordt aan de regels rond de VUT‑licentie (Vivienda de Uso Turístico). Bovendien is Spanje goed bereikbaar: vanaf Schiphol, Eindhoven, Rotterdam, Düsseldorf en Brussel vertrekken dagelijks tientallen vluchten naar Alicante, Málaga, Valencia en Palma de Mallorca. Deze bereikbaarheid vergroot de praktische waarde van een tweede woning. Ook speelt mee dat Spaans vastgoed in de afgelopen twintig jaar ondanks crises gemiddeld een stijgende lijn in waarde heeft laten zien, waardoor veel Nederlanders het zien als een vorm van vermogensopbouw.
Juridische basis: NIE‑nummer, Spaanse bankrekening en notaris
Wie een huis wil kopen in Spanje, kan niet om een aantal wettelijke vereisten heen. De eerste stap is het aanvragen van een NIE‑nummer (Número de Identificación de Extranjero). Dit is het fiscaal identificatienummer voor buitenlanders en onmisbaar bij alle officiële handelingen. Zonder NIE kan de notaris geen koopakte passeren en kunnen belastingen zoals ITP of IVA niet worden afgedragen. Het nummer wordt aangevraagd bij de Policía Nacional in Spanje of bij de Spaanse ambassade in Nederland. In de praktijk doen veel kopers dit met behulp van een advocaat of gestor in Spanje, omdat de aanvraagprocedure soms meerdere bezoeken en documenten vereist.
Daarnaast is het openen van een Spaanse bankrekening verplicht. Gemeentelijke belastingen zoals IBI (onroerendezaakbelasting) en basura (afvalheffing) worden uitsluitend via een lokale bankrekening geïnd. Ook energieleveranciers en waterbedrijven accepteren doorgaans alleen een Spaanse rekening voor automatische incasso’s. Bij de aankoop zelf speelt de bankrekening eveneens een rol, omdat de notaris meestal betaling via een bankcheque van een Spaanse bank verlangt. Bij de opening van de rekening wordt niet alleen het paspoort gevraagd, maar ook bewijs van inkomen en de herkomst van de middelen, vanwege Europese anti‑witwasregelgeving.
De rol van de notaris is in Spanje anders dan in Nederland. De Spaanse notaris (notario) stelt de koopakte (escritura pública) op, ziet toe op de identiteit van partijen en controleert of de wettelijk vereiste belastingen worden voldaan. De notaris gaat echter niet actief na of er verborgen gebreken of juridische claims zijn; dat behoort tot de verantwoordelijkheid van de koper. Daarom schakelen buitenlanders vrijwel altijd een gespecialiseerde advocaat in. Deze advocaat controleert onder meer de nota simple (een uittreksel uit het kadaster waarin eigendom, hypotheken en beslagen staan vermeld), de VvE‑verklaring dat er geen schulden openstaan (certificado de deuda cero), en de aanwezigheid van certificaten zoals de cédula de habitabilidad (bewoonbaarheidsverklaring). Pas als deze controles in orde zijn, wordt het arras‑contract en later de notariële overdracht getekend.
Het koopproces stap voor stap: woning kopen in Spanje
Het proces van een woning kopen in Spanje verloopt gestructureerd, maar kent andere gewoonten dan in Nederland. Waar in Nederland vaak direct een koopovereenkomst bij de notaris wordt getekend, werkt men in Spanje meestal met tussenstappen. Het doorlopen van deze fases zorgt voor juridische zekerheid en duidelijke afspraken tussen koper en verkoper.
Stap 1: reservering en due diligence
Na een mondeling akkoord wordt vaak een klein bedrag betaald als reservering. Dit kan bijvoorbeeld €3.000 tot €6.000 zijn, afhankelijk van de koopsom. Hiermee wordt de woning tijdelijk van de markt gehaald. Vanaf dat moment start de advocaat de due diligence. Dit onderzoek richt zich op het eigendomsrecht (via de nota simple), hypotheken of beslagen die nog openstaan, en de vergunningen. Een veelvoorkomende valkuil is dat een woning zonder geldige cédula de habitabilidad wordt verkocht; zonder dit document kunnen geen nutsvoorzieningen worden aangesloten. Ook controleert de advocaat of er illegale verbouwingen hebben plaatsgevonden en of de woning voldoet aan de gemeentelijke bestemmingsregels. Voor appartementen komt daar nog bij dat de VvE‑financiën worden gecheckt, zodat de koper niet opdraait voor oude schulden.
Stap 2: arras‑contract
Het arras‑contract is een cruciaal document in het Spaanse koopproces. In dit contract, dat doorgaans door de advocaat van de koper wordt opgesteld, wordt 10% van de koopprijs als borg betaald. Dit bedrag wordt meestal rechtstreeks aan de verkoper overgemaakt, vaak via de derdengeldenrekening van de advocaat. Het arras‑contract bevat de exacte verkoopprijs, de overdrachtsdatum en eventuele ontbindende voorwaarden. De boeteclausule is wettelijk vastgelegd: als de koper zich terugtrekt, verliest hij de borg; als de verkoper zich terugtrekt, moet hij het dubbele bedrag terugbetalen. Dit maakt het arras‑contract bindend en dwingt beide partijen tot nakoming. Een voorbeeld: bij een appartement van €250.000 betaalt de koper €25.000. Trekt de koper zich terug, is dit bedrag verloren; trekt de verkoper zich terug, dan moet hij €50.000 terugbetalen.
Stap 3: notaris en betaling
De definitieve overdracht vindt plaats bij de notaris. Hier wordt de escritura pública de compraventa ondertekend. De koper betaalt de resterende koopsom, meestal via een bankcheque die vooraf bij de Spaanse bank wordt aangevraagd. Het is gebruikelijk dat de notaris ook de verschuldigde belastingen registreert: ITP bij bestaande bouw, of IVA + AJD bij nieuwbouw. De notaris leest de akte volledig voor en beide partijen bevestigen de inhoud. Voor buitenlandse kopers die niet aanwezig kunnen zijn, kan via een volmacht (poder notarial) een advocaat tekenen. Dit is vooral handig bij nieuwbouw, waarbij de oplevering soms pas jaren na de koop plaatsvindt.
Stap 4: registratie en nutsvoorzieningen
Na ondertekening wordt de akte door de notaris doorgestuurd naar het Registro de la Propiedad. Hier wordt de nieuwe eigenaar ingeschreven en vanaf dat moment is het eigendom juridisch definitief. Dit proces duurt enkele weken tot maanden, afhankelijk van de regio. Parallel hieraan worden de nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, gas) en gemeentelijke belastingen zoals IBI en basura overgezet op naam van de koper. Vaak regelt de advocaat of een lokale gestor dit namens de nieuwe eigenaar. Een belangrijke stap is ook het doorgeven van de nieuwe eigenaar aan de VvE, zodat de jaarlijkse bijdragen correct in rekening worden gebracht. Hiermee is het koopproces formeel afgerond en is de koper officieel eigenaar van de vakantiewoning of tweede woning in Spanje.
Kosten bij aankoop van een woning in Spanje
Bij de aankoop van een woning in Spanje betaal je niet alleen de koopsom. Net als in Nederland zijn er bijkomende kosten die vaak fors oplopen. Gemiddeld moet een koper rekening houden met 10% tot 15% bovenop de koopprijs, afhankelijk van de regio, het type woning en of het om nieuwbouw of bestaande bouw gaat. Deze extra kosten bestaan voornamelijk uit overdrachtsbelasting of btw, zegelrecht, notariskosten, kadasterkosten en juridische begeleiding. Wie de financiering deels via een Spaanse hypotheek regelt, betaalt daarnaast bankkosten en taxatiekosten. Door deze posten vooraf goed in te calculeren voorkom je financiële verrassingen na de koop.
Kosten bestaande bouw (resale) – overdrachtsbelasting ITP
Bij aankoop van een bestaande woning betaal je Impuesto de Transmisiones Patrimoniales (ITP). Dit is de Spaanse overdrachtsbelasting. Het tarief varieert per autonome regio en ligt in 2025 doorgaans tussen 6% en 10%. Enkele voorbeelden:
- Andalusië: 7% vlak tarief, ongeacht de koopsom.
- Valenciaanse Gemeenschap: oplopend tot 10% afhankelijk van de waarde.
- Catalonië: meestal 10% voor woningen boven de €1.000.000.
ITP wordt berekend over de hoogste waarde van de koopprijs of de fiscale waarde van de woning (valor de referencia). Dit kan betekenen dat je meer belasting betaalt dan je verwacht op basis van de afgesproken prijs. Naast ITP komen er bij bestaande bouw notariskosten en registratiekosten bij van ongeveer 0,5% tot 1% van de koopprijs. Ook schakelen veel kopers een advocaat in, waarvoor gemiddeld rond de 1% van de koopsom gerekend wordt (meestal met een minimum van €1.500).
Kosten nieuwbouw – btw (IVA) en zegelrecht (AJD)
Voor nieuwbouw gelden andere regels. In plaats van overdrachtsbelasting betaal je Impuesto sobre el Valor Añadido (IVA), het Spaanse btw‑tarief. Bij woningen bedraagt dit 10% van de koopprijs. Daarbovenop komt Actos Jurídicos Documentados (AJD), ook wel zegelrecht genoemd. Dit tarief ligt meestal tussen 0,5% en 1,5%, afhankelijk van de regio. Voorbeelden:
- Andalusië: 1,2% AJD.
- Aragón: 1,5% AJD.
- Madrid: 0,7% AJD.
Op de Canarische Eilanden geldt een apart btw‑systeem: de Impuesto General Indirecto Canario (IGIC). Het tarief ligt daar tussen 6,5% en 7%, wat lager is dan de 10% IVA op het vasteland. Ook bij nieuwbouw komen notariskosten, registratiekosten en eventuele advocaatkosten bovenop de belastingen. Dit betekent dat de bijkomende kosten bij nieuwbouw vaak iets hoger uitvallen dan bij bestaande bouw, gemiddeld tussen de 11% en 15% van de koopsom.
Rekenvoorbeelden aankoopkosten Spanje (2025)
| Regio & type | Koopsom | Belastingen | Notaris/registro | Advocaat | Totaal kosten |
|---|---|---|---|---|---|
| Resale Andalusië | €300.000 | ITP 7% = €21.000 | €2.100 | €3.000 | ≈ €26.100 (8,7%) |
| Nieuwbouw Valencia | €300.000 | IVA 10% = €30.000 + AJD 1,5% = €4.500 | €2.100 | €3.000 | ≈ €39.600 (13,2%) |
Deze voorbeelden tonen dat de kosten bij nieuwbouw aanzienlijk hoger liggen. Voor kopers betekent dit dat een goed budgetplan noodzakelijk is: wie een woning van €300.000 koopt, moet afhankelijk van type en regio rekening houden met €26.000 tot bijna €40.000 aan bijkomende kosten.
Hypotheek voor een tweede woning in Spanje
Veel Nederlanders en Belgen financieren hun aankoop deels met een hypotheek bij een Spaanse bank. Dit kan aantrekkelijk zijn vanwege de spreiding van vermogen en omdat de rente in Spanje vergelijkbaar is met andere Europese landen. Spaanse banken hanteren echter strengere voorwaarden voor niet‑residenten dan voor inwoners. Wie een tweede woning in Spanje financiert, moet dus rekenen op lagere leencapaciteit en strengere toetsing.
Voorwaarden hypotheek niet‑residenten
Voor niet‑residenten bedraagt de maximale financiering doorgaans 60% tot 70% van de laagste waarde (de koopprijs of de taxatiewaarde, afhankelijk van welke lager is). Dit betekent dat kopers altijd minimaal 30% tot 40% eigen middelen moeten inbrengen. Daarnaast komen de bijkomende kosten van 10% tot 15% nog bovenop het eigen aandeel. Voorbeeld: bij een woning van €400.000 financiert de bank maximaal €280.000. De koper moet zelf €120.000 eigen geld inbrengen plus circa €40.000 aan belastingen en kosten. Totaal eigen inbreng komt daarmee op ongeveer €160.000.
De looptijd van hypotheken voor niet‑residenten ligt meestal tussen 20 en 25 jaar, met een eindleeftijd van 70 tot 75 jaar. Banken eisen dat de maandlasten niet meer dan 30% tot 35% van het netto‑inkomen bedragen. Inkomen moet worden aangetoond met loonstroken, jaaropgaven of accountantsverklaringen. Ook zelfstandigen kunnen een hypotheek krijgen, maar moeten vaak meer documentatie aanleveren.
Rentepercentages Spaanse hypotheken in 2025
De hypotheekrentes in Spanje zijn in 2025 relatief stabiel maar hoger voor niet‑residenten dan voor inwoners:
- Vaste rente: gemiddeld tussen 4% en 5% bij looptijden van 15–25 jaar.
- Variabele rente: meestal Euribor + 1,5%–2%. Bij een Euribor van 3,6% komt dit neer op 5,1% tot 5,6%.
- Residenten krijgen vaak gunstigere voorwaarden: 80%–90% LTV en opslagen vanaf Euribor + 0,8%.
Voor kopers betekent dit dat het maandlastenverschil aanzienlijk kan zijn. Bij een lening van €300.000 tegen 4,5% vaste rente en een looptijd van 25 jaar bedraagt de maandlast ongeveer €1.667. Voor hetzelfde bedrag tegen variabele rente kan dit afhankelijk van de Euribor enkele honderden euro’s hoger of lager uitvallen.
Kosten hypotheek afsluiten in Spanje
Het afsluiten van een hypotheek in Spanje brengt extra kosten met zich mee. De belangrijkste posten zijn:
- Taxatie (tasación): verplicht, meestal tussen €300 en €600 afhankelijk van type woning.
- Bankprovisie: vaak 0,5% tot 1% van het leenbedrag. Bij €200.000 lening dus €1.000 tot €2.000.
- Verzekeringen: een opstalverzekering is verplicht. Soms eist de bank ook een levensverzekering. Kosten variëren tussen €300 en €800 per jaar.
Sinds 2019 zijn de meeste notariskosten en registratiekosten van de hypotheekakte wettelijk voor rekening van de bank. De koper betaalt alleen de taxatie, de provisie en de verzekeringen. Dit maakt een hypotheek financieel aantrekkelijker dan vroeger, al blijft de eigen inbreng hoog.
Praktische voorbeelden hypotheek tweede woning Spanje
Een Nederlandse koper koopt in 2025 een appartement in Alicante voor €300.000. De bank financiert 70% = €210.000. De koper brengt zelf €90.000 in plus €35.000 aan bijkomende kosten. Totaal eigen inbreng: €125.000. De hypotheek van €210.000 wordt afgesloten tegen 4,5% vaste rente voor 25 jaar. De maandlast bedraagt ongeveer €1.166. Inclusief vaste lasten zoals IBI, comunidad en verzekering van circa €2.500 per jaar komt dit neer op een totale maandlast van €1.370. Door verhuur gedurende 18 weken per jaar à €800 per week kan een groot deel van deze lasten worden gedekt.
Een tweede voorbeeld: een villa van €500.000 in Marbella. Maximale lening: €350.000. Eigen inbreng: €150.000 + circa €60.000 aan kosten = €210.000. Bij 4,5% vaste rente bedraagt de maandlast ongeveer €1.944. Dit toont aan dat een tweede woning kopen in Spanje altijd substantiële eigen middelen vereist en dat een realistisch financieel plan onmisbaar is.
Belastingen bij bezit van een vakantiewoning in Spanje
Wie een woning in Spanje koopt, krijgt niet alleen te maken met eenmalige aankoopbelastingen. Ook tijdens het bezit gelden diverse heffingen. Deze jaarlijkse kosten bestaan onder meer uit de gemeentelijke onroerendezaakbelasting (IBI), afvalheffing (basura), en eventuele bijdragen aan de comunidad de propietarios bij appartementen. Daarnaast zijn er nationale belastingen voor niet‑residenten, zoals de inkomstenbelasting voor niet‑residenten (IRNR) en in bepaalde gevallen de vermogensbelasting (IP) of de tijdelijke solidariteitsbelasting (ISGF). Een goede berekening van deze lasten is noodzakelijk om te bepalen wat een vakantiewoning of tweede woning op de lange termijn kost.
Gemeentelijke belastingen: IBI en basura
De IBI (Impuesto sobre Bienes Inmuebles) is de Spaanse variant van de onroerendezaakbelasting. De heffing wordt berekend over de kadastrale waarde (valor catastral) van de woning. Deze ligt vaak aanzienlijk lager dan de marktwaarde. Afhankelijk van de gemeente bedraagt het tarief tussen 0,4% en 1,3%. Voorbeeld: een appartement in Benidorm met een kadastrale waarde van €150.000 kent een IBI van 0,82%, oftewel €1.230 per jaar. In Dénia kan dit oplopen tot ruim €1.500 bij een tarief van 1,05%. Naast IBI rekenen gemeenten een afvalbelasting (tasa de basura), meestal enkele honderden euro’s per jaar. Deze wordt vaak gecombineerd met de IBI‑aanslag. Voor een standaard appartement liggen de kosten veelal tussen €200 en €400 per jaar.
Inkomstenbelasting niet‑residenten (IRNR)
Niet‑residenten betalen in Spanje Impuesto sobre la Renta de No Residentes (IRNR). Ook wie zijn woning niet verhuurt, betaalt belasting. Er geldt dan een forfaitair inkomen gebaseerd op de kadastrale waarde: 1,1% als de woning recent is hergewaardeerd of 2,0% bij oude waarden. Dit fictieve inkomen wordt belast tegen 19% voor inwoners van de EU/EER en 24% voor niet‑EU‑kopers. Een voorbeeld: een appartement met een kadastrale waarde van €120.000 → 1,1% = €1.320 → 19% = €251 belasting per jaar. Voor een niet‑EU‑koper bedraagt dit €317. Bij verhuur geldt belasting over de werkelijke huurinkomsten. EU/EER‑kopers mogen kosten zoals onderhoud, VvE, verzekering en rente aftrekken en betalen 19% over het nettoresultaat. Niet‑EU‑kopers hebben geen aftrekrecht en betalen 24% over de bruto huurinkomsten.
Vermogensbelasting (IP) en Solidariteitsbelasting (ISGF)
Spanje kent een nationale vermogensbelasting (Impuesto sobre el Patrimonio, IP). De vrijstellingen en tarieven verschillen per regio. In Madrid en Andalusië geldt in 2025 een volledige bonificatie waardoor er feitelijk geen belasting verschuldigd is. In andere regio’s zoals Catalonië en Valencia gelden wel tarieven, doorgaans vanaf 0,2% oplopend tot 2,5% bij hoge vermogens. Voor niet‑residenten geldt alleen belasting over in Spanje gelegen vermogen, dus niet over het wereldwijde vermogen. Sinds 2023 is daarnaast de Solidariteitsbelasting (Impuesto Temporal de Solidaridad de las Grandes Fortunas, ISGF) ingevoerd. Deze treft vermogens boven €3 miljoen en kent schijven van 1,7% tot 3,5%. De ISGF is landelijk en geldt aanvullend op of in plaats van IP, afhankelijk van de regio. Voor de meeste particuliere kopers van een tweede woning speelt deze belasting niet, maar bij villa’s of appartementen boven €3 miljoen kan dit een belangrijke factor zijn.
Verhuren van een vakantiewoning in Spanje
Veel eigenaren willen hun vakantiewoning in Spanje verhuren om de vaste lasten en hypotheeklasten deels of geheel terug te verdienen. Spanje kent echter strikte regelgeving. Kortetermijnverhuur (meestal gedefinieerd als verhuur tot 30 dagen) is vergunningplichtig. Hiervoor is een VUT‑licentie (Vivienda de Uso Turístico) nodig. De regels verschillen per autonome regio en zelfs per gemeente. Zonder vergunning riskeren eigenaren forse boetes tot €60.000.
VUT‑licentie en regionale verschillen
In Andalusië geldt sinds 2016 een registratieplicht voor woningen die via platforms zoals Airbnb en Booking.com worden verhuurd. Er worden eisen gesteld aan brandveiligheid, ventilatie, oppervlakte en aanwezigheid van airconditioning bij zomerbestemming. In Valencia en Barcelona zijn de regels veel strenger: in de stad Valencia worden vergunningen slechts beperkt verstrekt en in Barcelona worden bestaande licenties per 2028 beëindigd. Op de Balearen (Mallorca, Ibiza, Menorca) is de uitgifte zeer beperkt en vaak gebonden aan quota per gemeente of wijk. Op de Canarische eilanden gelden weer aparte regels, waarbij vakantieverhuur buiten toeristische zones vaak verboden is. Het is daarom essentieel om vóór aankoop te toetsen of verhuur juridisch haalbaar is.
Belastingen bij verhuurinkomsten
Verhuurinkomsten vallen voor niet‑residenten onder de IRNR. EU/EER‑kopers betalen 19% over het nettoresultaat, waarbij kosten zoals VvE‑bijdragen, verzekeringen, hypotheekrente en onderhoud aftrekbaar zijn. Niet‑EU‑kopers betalen 24% over de bruto huurinkomsten zonder aftrek. De aangifte moet per kwartaal worden gedaan via Modelo 210. Een voorbeeld: een appartement levert €20.000 bruto huur op. Kosten zijn €5.000. Een EU‑koper betaalt 19% over €15.000 = €2.850 belasting. Netto blijft €12.150 over. Een niet‑EU‑koper betaalt 24% over €20.000 = €4.800 belasting. Netto opbrengst: €10.200. Het verschil in belastingdruk kan dus aanzienlijk zijn.
Rendement en praktijkvoorbeelden
De netto‑opbrengst van een vakantiewoning hangt sterk af van locatie, vergunning en bezettingsgraad. Aan de Costa del Sol zijn weekprijzen van €1.200 voor appartementen en €3.500 voor villa’s in het hoogseizoen gebruikelijk. In het laagseizoen liggen de prijzen rond €600 tot €900. Bij 16 verhuurweken per jaar kan een appartement van €250.000 een bruto huur van €15.000 opleveren. Na kosten en belasting resteert een netto rendement van 3% tot 4%. Op de Balearen liggen de huurprijzen hoger: appartementen vaak €1.500 per week, villa’s in Ibiza tot €10.000 per week. Daar liggen de netto rendementen bij geldige licentie tussen 3% en 6%, maar de instapprijzen zijn hoog. De Canarische eilanden bieden jaarrond verhuur door het stabiele klimaat, waardoor rendementen van 4% tot 7% haalbaar zijn. Dit maakt de Canarische eilanden aantrekkelijk voor kopers die het hele jaar inkomsten willen genereren.
Regio’s vergelijken: Costa del Sol, Costa Blanca, Balearen en Canarische eilanden
De keuze van regio heeft grote invloed op de kosten, belastingen en verhuurmogelijkheden. De Costa del Sol (Málaga, Marbella) kent een vlak ITP‑tarief van 7% bij bestaande bouw en hoge vraag naar luxe villa’s. Verhuurprijzen zijn hoog, maar de handhaving op illegale verhuur is streng. De Costa Blanca (Alicante, Valencia) heeft een breed aanbod in verschillende prijsklassen. De overdrachtsbelasting kan oplopen tot 10%, maar de instapprijzen zijn lager dan in Marbella of Ibiza. De Balearen hebben de strengste regels: zonder vergunning is kortetermijnverhuur vrijwel onmogelijk en vergunningen worden slechts sporadisch verleend. De prijzen zijn hoog, waardoor het vooral een markt is voor vermogende kopers. De Canarische eilanden hanteren IGIC in plaats van IVA (6,5%–7%) bij nieuwbouw en bieden verhuurmogelijkheden het hele jaar door. Dit maakt ze aantrekkelijk voor rendement, al gelden ook hier restricties buiten toeristische zones.
Jaarlijkse vaste lasten en VvE‑kosten
Naast belastingen zijn er vaste lasten die ieder jaar terugkeren. De belangrijkste zijn de bijdragen aan de comunidad de propietarios (VvE). Deze dekken het onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes zoals liften, tuinen en zwembaden. In eenvoudige complexen liggen de maandelijkse kosten rond €40 tot €60. In luxe resorts met 24‑uursbeveiliging, spa en meerdere zwembaden kunnen de kosten oplopen tot €300 tot €400 per maand. Voor een villa buiten een complex geldt vaak alleen individueel onderhoud en gemeentelijke belastingen. Daarnaast is een opstalverzekering verplicht. Afhankelijk van de woningwaarde en dekking kost deze doorgaans €300 tot €600 per jaar. Samen met IBI en basura bedragen de vaste lasten voor een appartement meestal €2.000 tot €3.500 per jaar.
Praktische checklist voor het kopen van een woning in Spanje
- Vraag een NIE‑nummer aan en open een Spaanse bankrekening.
- Schakel een advocaat in voor due diligence: controleer nota simple, vergunningen en VvE‑schulden.
- Kies tussen bestaande bouw (ITP 6%–10%) of nieuwbouw (10% IVA + 0,5%–1,5% AJD) en budgetteer 10%–15% extra.
- Teken een arras‑contract met borg van 10% en duidelijke boeteclausules.
- Controleer certificaten: energiecertificaat, cédula de habitabilidad, schuldvrije VvE‑verklaring, betaalde IBI.
- Onderzoek verhuurregels en VUT‑vergunningen vóór aankoop.
- Bereken de financiering: maximaal 60%–70% LTV voor niet‑residenten.
- Houd rekening met jaarlijkse lasten: IBI, comunidad, verzekering, basura.
- Denk aan IRNR‑belasting, vermogensbelasting en plusvalía bij verkoop.
- Rond de aankoop af bij de notaris en registreer de akte in het Registro de la Propiedad.
Door deze stappen te volgen en alle belastingen, kosten en regels vooraf door te rekenen, voorkom je verrassingen en koop je met zekerheid een tweede woning in Spanje.