Fiscale veranderingen in Box 3: waarom recreatief vastgoed in 2025 juist nu terrein wint

foto box 3

De fiscale behandeling van vermogen in Nederland staat aan de vooravond van fundamentele veranderingen. In 2027 wordt het box 3-stelsel gebaseerd op werkelijk rendement, en dat zorgt voor onrust onder beleggers in vastgoed, aandelen en spaargeld. Toch leidt dit niet tot afbouw van investeringen – integendeel. Steeds meer particuliere beleggers verschuiven hun focus van traditionele woningverhuur naar recreatief vastgoed.

Waarom? Omdat een vakantiewoning niet alleen fiscaal aantrekkelijker kan zijn, maar ook flexibiliteit, rendement en gebruikswaarde combineert. In dit uitgebreide blog leggen we uit waarom recreatief vastgoed zich in het nieuwe box 3-stelsel opwerpt als hét toekomstbestendige alternatief.


De huidige systematiek van Box 3 (2024)

Sinds 2023 geldt een overgangsregeling voor box 3, waarbij het vermogen wordt onderverdeeld in drie categorieën, elk met een apart forfaitair rendement:

VermogenscategorieFictief rendement (2024)Toelichting
Banktegoeden0,92%Spaar- en betaalrekeningen
Overige bezittingen6,17%Aandelen, vastgoed (incl. recreatie)
Schulden2,46%Schulden boven drempelbedrag

Over het saldo van bezittingen minus schulden wordt 36% belasting geheven op het berekende rendement. Voor vastgoed betekent dit:

  • De werkelijke huuropbrengst of verkoopwinst speelt géén rol
  • Alleen de waarde van het bezit telt, vermeerderd met het forfaitaire rendement

Recreatief vastgoed valt onder ‘overige bezittingen’ en dus onder het 6,17%-rendement, ook al levert het vaak minder op. Vanaf 2027 komt daar verandering in.


Wat verandert er in 2027? De overstap naar werkelijk rendement

Vanaf 1 januari 2027 wordt box 3 hervormd. Het nieuwe stelsel draait om het belasten van daadwerkelijk gerealiseerd rendement, waaronder:

  • Huuropbrengsten (bruto – kosten)
  • Verkoopwinst van vastgoed
  • Behaalde rente of dividend
  • (Eventueel) waardestijgingen die zijn gerealiseerd

Dit betekent voor vastgoedbeleggers een fundamentele wijziging:

  1. Geen forfaitaire benadering meer
  2. Belasting wordt afgestemd op de werkelijke prestaties van uw bezit
  3. Meer administratieve verplichtingen: bijhouden van huur, kosten, afschrijving en meer

Impact op belegging in reguliere huurwoningen

Beleggers met woningen in de vrije sector of middenhuur worden hierdoor zwaarder getroffen:

  • Volledige huuropbrengst (minus kosten) wordt belast
  • Verkoopwinst wordt meegenomen
  • Kosten als rente en onderhoud zijn aftrekbaar, maar beperken het effect nauwelijks

Voorbeeld regulier vastgoed:

  • Marktwaarde: €400.000
  • Jaarhuur: €20.000
  • Kosten: €6.000
  • Netto rendement: €14.000 → Belasting (36%): €5.040
  • Effectieve belastingdruk op bezit: 1,26%

Daarbij komt dat veel gemeenten verhuur reguleren met:

  • Opkoopbescherming (verhuurverbod na aankoop)
  • Huurprijsplafonds via het woningwaarderingsstelsel
  • Verhuurvergunningen die steeds strikter worden

Deze factoren drukken het rendement én de flexibiliteit, en zorgen dat reguliere vastgoedbeleggingen in box 3 steeds minder aantrekkelijk worden.


Waarom recreatiewoningen wél fiscaal interessant blijven

Recreatief vastgoed, hoewel ook vallend onder box 3, functioneert totaal anders. Dat komt door:

1. Andere gebruiksvorm en exploitatie

  • Geen permanente bewoning
  • Geen sociale huur of huurrecht
  • Huurders zijn toeristen, met kort verblijf (geen huurbescherming)
  • U mag de woning deels zelf gebruiken

Door deze combinatie ontstaan lagere belastbare rendementen, zeker wanneer u de woning slechts deels verhuurt.

2. Hogere kosten en afschrijving drukken het netto rendement

In tegenstelling tot reguliere verhuur zijn bij recreatie:

  • Parkbijdragen, onderhoud en verhuurkosten hoger
  • Verhuurtarieven seizoensgebonden
  • Beheer vaak uitbesteed (20–30% van opbrengst)
  • Afschrijving op inventaris vaak mogelijk

Daardoor blijft er minder belastbaar resultaat over – en dus minder belasting.

Voorbeeld recreatief vastgoed:

  • Marktwaarde: €275.000
  • Verhuur: 24 weken x €800 = €19.200
  • Kosten: €8.700 (beheer, onderhoud, park, afschrijving)
  • Netto rendement: €10.500
  • Belasting: 36% → €3.780
  • Effectieve belastingdruk op bezit: 1,37%

Met méér eigen gebruik daalt het belastbare rendement nog verder.


Vergelijking met andere vermogensvormen

VermogenstypeGemiddeld rendementBelastingdruk in 2027Flexibel gebruikRisico’s
Spaarrekening1% – 2%LaagJaInflatieverlies
Beleggingsportefeuille3% – 6%Hoog (werkelijk rendement)NeeHoog – marktvolatiliteit
Regulier vastgoed4% – 6%HoogNeePolitiek, juridisch
Recreatief vastgoed3% – 10%Middelhoog / beheersbaarJaLage leegstand, stabiel

Waarom kiezen beleggers in 2025 voor vakantiewoningen?

Naast de fiscale voordelen, spelen strategische en emotionele motieven:

  • Combinatie van rendement en gebruikswaarde
  • Mogelijkheid om zelf vakanties door te brengen
  • Minder overheidsbemoeienis dan bij woningverhuur
  • Groeiend binnenlands toerisme (+26% sinds 2015)
  • Vergrijzing en langer reizen binnen Nederland
  • Inflatiebestendig bezit met fysieke waarde

Ook speelt het mee dat recreatiewoningen op populaire parken goed verkoopbaar zijn en dat de markt minder last heeft van politieke discussies dan de reguliere huurmarkt.


Wat zijn de risico’s en hoe voorkomt u ze?

Zoals elke investering kent ook recreatief vastgoed aandachtspunten:

1. Slecht gekozen locatie of park

Een afgelegen woning zonder verhuurorganisatie leidt tot leegstand. Kies voor gebieden met:

  • Jaarrond toeristische vraag
  • Professioneel beheer
  • Goede bereikbaarheid en voorzieningen

2. Veranderend gemeentebeleid

Sommige gemeenten beperken verhuur of stellen nieuwe regels in. Laat daarom vooraf juridisch toetsen of:

  • Verhuur is toegestaan binnen het bestemmingsplan
  • Er VvE-regels of parkregels gelden die verhuur beperken

3. Fiscale fouten of verkeerde structuur

Foutieve btw-behandeling, verkeerd gebruik van box 1/2 of onvoldoende administratie kan leiden tot naheffingen. Laat u adviseren over:

  • Btw-teruggave bij nieuwbouw
  • Combinatie met eigen gebruik
  • Zakelijke versus particuliere investering

Conclusie: fiscaal én strategisch is recreatief vastgoed klaar voor de toekomst

Met de overgang naar belasting op werkelijk rendement in Box 3 wordt de kloof tussen beleggingstypes groter. Terwijl reguliere woningverhuur onder druk komt te staan, biedt recreatief vastgoed in Nederland fiscale flexibiliteit, persoonlijk voordeel en marktgroei.

Door slim te kiezen voor locatie, type woning en exploitatiemodel, is het mogelijk om:

  • Tussen 3% en 10% netto rendement per jaar te behalen
  • De belastingdruk beheersbaar te houden
  • Te profiteren van waardegroei én gebruikscomfort

Vakantiewoningen.nl helpt u graag bij het maken van rendementsberekeningen, fiscale checks en aankoopbegeleiding. Vraag een persoonlijk plan aan op basis van de komende wijzigingen in box 3 – en investeer vandaag in het vastgoed van morgen.

Compare listings

Vergelijken